Barok

Barok
Kunstcritici uit latere perioden gebruikten de term barok wanneer zij de stijl uit de zeventiende eeuw belachelijk wilde maken. Barok betekent absurd of grotesk en werd gebruikt door diegenen die vonden dat de vormen van de klassieken nooit anders hadden mogen worden gebruikt of met andere stijlen mogen worden gecombineerd tenzij op de door Grieken of Romeinen zelf aangegeven wijze. De barok is ontstaan in een tijd van sterke verdeeldheid in geloof en macht. Zo waren er de aanhangers van de katholieke kerk. Zij gebruikten de pracht en praal van de barokke stijl om die mensen, die overgegaan waren tot het protestantisme, te imponeren en zo terug te krijgen. In de schilderkunst uitte zich dat onder andere in extreem realistische beelden, dramatische effecten, sterke licht/donker contrasten, veel emotie en beweging. Rubens en Caravaggio zijn twee bijzonder getalenteerde schilders die de barokke stijl tot in het uiterste doorvoerde. Daarnaast waren er de aanhangers van de protestantse hervorming en het geloof in individuele onafhankelijkheid. Zij vernietigden juist de religieuze kunst en kalkten kerkinterieurs wit. In deze periode vergrootte het protestantse Holland zijn welvaart door het handelsimperium. Hiermee ging de opbloei van de kunst gepaard waarbij nationale trots het hoofdonderwerp was: landschappen, zeezichten, stillevens en genrestukken van het dagelijks leven waren enorm populair. Rembrandt van Rijn, Frans Hals en Gerard Dou werden in deze tij de Hollandse Meester genoemd. Frankrijk werd in 1648 na dertig jaar oorlog met Duitsland de machtigste staat van Europa. Deze overheersing werd door Lodewijk XIV geëxposeerd met onder andere zijn paleis Versailles. Het met barokke kunst en architectuur gekenmerkte paleis wilde Lodewijk XIV het publiek imponeren. De bezoeker moest zich nietig voelen bij het betreden van het kasteel.