Expressionisme

Expressionisme

Gedurende het begin van de twintigste eeuw pakt Europa door op technologische en wetenschappelijke innovaties van de voorafgaande decennia. De moderne tijd is aangebroken en kunstenaars willen deze nieuwe tijd vertalen naar hun creaties. In hun zoektocht naar de authentieke expressies vinden zij inspiratie in kindertekeningen en de beeldtaal van de primitieven. Zo werden de wetten en regels van de academie losgelaten en werd er meer naar het gevoel geschilderd. De manier waarop wij dingen waarnemen, en vooral hoe wij ze ons herinneren, zou gekleurd zijn door onze gevoelens ten opzicht van hetgeen we zien. Expressionisten gingen dit uitdiepen en de gevoelswereld uitdrukken door suggestie, gevoel en vrije associatie en niet door concrete, herkenbare vormen. Door vervorming van kleur, vorm en ruimte probeerde de kunstenaar zijn gevoelens uit te drukken. Ze passen felle kleuren en onrechtmatige composities toe, ze negeren ruimtelijkheid en menselijke figuren worden niet realistisch maar plat afgebeeld. Hierdoor krijgen ondenkbaar nieuwe vormen een kans. In Duitsland ontstonden er twee vertegenwoordigers van het expressionisme: Die Brücke en Der Blaue Reiter. Deze groepen hebben veel overeenkomsten in stijl maar alleen de laatste brengt een abstracte schilderstijl voort, die van de Wassily Kandinsky. Zijn werken verbeelden zijn ideeën over de emotionele kracht van vorm, lijn en kleur. Kandinsky was geïnteresseerd in de verbanden tussen klassieke muziek en kunst. Hij kon kleuren horen en deze vertalen naar een ritme op het doek.