Maniërisme

Maniërisme

Het maniërisme duurde van ongeveer 1520 tot 1600 en betekent ‘stijl’ of ‘manier’. De oorsprong van het maniërisme ligt in Rome en was enerzijds een reactie op de sociale, politieke en religieuze onrust. Hierdoor werd de kunst agressief, opgewonden en schrikwekkend. Een andere reactie kwam voort uit de kunstenaars zelf. Zij keken naar hun voorgangers Michelangelo en Leonardo en overdreven hun creaties waardoor er vreemde, grappige en gekunstelde werken ontstonden. Kunstenaars waren ervan overtuigd dat er ook andere manieren waren om schoonheid te bereiken. In de beeldhouwkunst geven maniëristen de voorkeur aan figuren die meer bewegelijk en langgerekter zijn. De poses zijn meer overdreven, gespierd, kunstmatig en gecompliceerd. In de architectuur is niet langer sprake van een vlakverdeling op grond van de juiste proporties maar juist de verstoring daarvan. Andere kenmerken zijn de doorlopende zuilen en trappen voor een huis. In de schilderkunst wordt gebruikgemaakt van levendige kleuren, een bewuste afwezigheid van harmonie en proportie en bijvoorbeeld voyeurisme tijdens seksuele scènes. De wiskundige regels van perspectief werden niet of juist in overdreven vorm toegepast.