Realisme

Realisme

In het midden van de negentiende eeuw werden op de academies nog steeds de klassieke regels van het schilderen gehandhaafd. Sommige schilders wilde breken met de afstandelijke stijl van het classicisme en de overdreven stijl van de romantiek. Dit werd echter niet in dank afgenomen door de bourgeoisie en academici waardoor zij werden geweigerd op exposities zoals die van de Wereldtentoonstelling. Gustave Courbet werd met een van zijn schilderijen geweigerd voor de expositie waardoor hij gelijktijdig een eigen tentoonstelling organiseerde genaamd Le Réalisme. Het leverde niet meteen verkopen op, maar vanaf dat moment kreeg hij wel belangstelling van jonge kunstenaars in Parijs waardoor zijn naam als kunstenaar direct werd gevestigd. Courbets werk werd geweigerd omdat hij alledaagse taferelen schilderde op dusdanig groot formaat, welke volgens de normen van de academie uitsluitend bedoeld was voor de belangrijke historiestukken. Courbet vond dat zijn onderwerpen de tijdsgeest goed weergaven en daarom goed tot zijn recht kwamen op het grote formaat. Hij wenste van niemand dan de natuur een leerling te zijn en hij wilde niet de schoonheid maar de waarheid schilderen. De realisten zochten naar de niet geïdealiseerde werkelijkheid - de sociale realiteit - en zij vochten voor de rechten van het individu. Veelvoorkomende thema’s zijn portretten, landschappen, armoede, arbeid en menselijke emoties geschilderd met overwegend veel aardetinten.